Vraag: Ik ben directeur van mijn eigen B.V. en ik ben 39 jaar oud. Begin 2000 heb ik in samenspraak met mijn toenmalig adviseur gekeken naar de verdeling tussen salaris en dividend. Ik ben toen tot de conclusie gekomen, dat het fiscaal voordeliger was om dividend uit te keren, dan om mijzelf een salarisverhoging uit te betalen. Naar aanleiding van de invoering van het nieuwe belastingstelsel op 1 januari 2001 vraag ik me af, of ik in 2001 dezelfde verdeling tussen dividend en salaris kan aanhouden, of dat ik deze verdeling dien te wijzigen (en mezelf bijvoorbeeld toch een salarisverhoging dien toe te kennen)?

De heer E.S. te R.

Antwoord:

Beoordeling van de mix salaris en dividend
Bij het bepalen van de voor u fiscaal optimale mix tussen salaris en dividend is het volgende van belang:

Inkomstenbelasting
Uw salaris was onder de Wet IB 1964 progressief belast tegen maximaal 60%, onder de Wet IB 2001 is dit maximaal 52%; Dividend en eventueel bij een vervreemding van de aandelen in uw B.V. gerealiseerde winst werden onder de Wet IB 1964 en worden ook onder de Wet IB 2001 belast tegen het vaste aanmerkelijkbelangtarief van 25%; Als directeur-grootaandeelhouder dient u een salaris te genieten van uw B.V. Bij het bepalen van de hoogte van het salaris geldt als ondergrens het 'gebruikelijk loon'. Onder gebruikelijk loon wordt kort gezegd verstaan het salaris dat een werknemer, die geen directeur-grootaandeelhouder van uw bedrijf is, onder dezelfde omstandigheden zou genieten. De bovengrens voor de hoogte van het salaris wordt bepaald door hetgeen nog zakelijk kan worden verantwoord. Deze zakelijke grondslag is de reden dat u niet onbeperkt salaris van uw B.V. kunt opnemen.

Vennootschapsbelasting
Salariskosten en de kosten van de pensioenopbouw zijn aftrekbaar van de winst tegen 35% (vanaf 1 januari 2000 geldt een tarief van 30% voor winst tot fl. 50.000); Dividend is niet aftrekbaar van de winst.

Gevolgen van de invoering van de Wet IB 2001
Onder de Wet IB 2001 is het aanmerkelijkbelangtarief gehandhaafd op 25%. Aangezien in de vennootschapsbelasting per 1 januari 2000 een opstaptarief van 30% is ingevoerd voor winst tot fl. 50.000, heeft dit tot gevolg dat de totale druk van inkomsten- en vennootschapsbelasting op een dividenduitkering enigszins is gewijzigd. Zowel onder de Wet IB 1964 als onder de Wet IB 2001 ligt de gezamenlijke druk tussen 47,5% (30% vennootschapsbelasting plus 25% inkomstenbelasting over het restant van 70%) en 51,25% (35% vennootschapsbelasting plus 25% inkomstenbelasting over het restant van 65%). Aangezien het toptarief van box 1 voor salaris per 1 januari 2001 is gedaald naar 52%, is het verschil in belastingdruk tussen salaris en dividend aanzienlijk geringer.

Onder de Wet IB 1964 was het fiscaal aantrekkelijker binnen de daartoe bestaande mogelijkheden te kiezen voor dividend in plaats van salaris. Echter, onder de Wet IB 2001 is veelal de totale belastingdruk op salaris en pensioen vrijwel even hoog als op dividend. Hierdoor zal een keuze tussen dividend of salaris om daarmee in de privé-bestedingsbehoefte te voorzien onder de Wet IB 2001 in mindere mate dan voorheen door fiscale factoren worden bepaald.

Een verhoging van salaris (belast tegen maximaal 52%) gaat ten laste van de opbouw van winstreserves en geeft derhalve een besparing aan inkomsten- en vennootschapsbelasting van maximaal 51,25%. Kortom, een betrekkelijk gering verschil waardoor de fiscale prikkel om voor dividend te kiezen afneemt.

Verhoging van salaris betekent tevens een verhoging van de pensioengrondslag. De in de toekomst te ontvangen pensioenuitkering zal dus hoger worden. Omdat in een eindloonsysteem de pensioenvoorziening wordt berekend alsof het hoge salaris in alle (reeds verstreken) dienstjaren is genoten, zal in die situatie in het jaar van salarisverhoging een (aanzienlijke) inhaaldotatie ontstaan.

Voor in uw B.V. aanwezige winstreserves geldt dat de belastingdruk op een dividend onder de Wet IB 2001 in bijna alle gevallen toch nog iets gunstiger is dan die op salaris onder de Wet IB 2001. Indien de winstreserves worden belegd in de B.V., worden de rendementen belast met vennootschapsbelasting en bij uitkering met inkomstenbelasting in box 2 (in totaal maximaal 51,25%). Indien de winstreserves worden uitgekeerd en hiermee wordt belegd in privé, geldt dat de belastingdruk in box 3 in de meeste gevallen lager zal uitvallen. Voor een uitgebreide analyse omtrent de keuze beleggen in de B.V. of beleggen in privé verwijzen wij u naar een eerder artikel in De Ondernemer d.d. 4 oktober 2000.

Conclusie
Gezien de bij de Wet IB 2001 ingevoerde wijzigingen is het verstandig om uw mix van salaris en dividend opnieuw te laten beoordelen. Let wel, zou u besluiten tot een verhoging van uw salaris, dan dient deze verhoging zakelijk te kunnen worden onderbouwd.

Voor de in uw B.V. aanwezige winstreserves geldt, dat zij op verschillende manieren kunnen worden aangewend. Hiervoor verwijzen wij u naar een eerder artikel in De Ondernemer d.d. 4 oktober 2000. Ook dit aspect dient u, in samenspraak met uw adviseur, mee te nemen in uw overwegingen.